zaterdag 9 juli 2016

Deze week vooral Schotland en de Schotten beter leren kennen. Mijn tempo deze dagen aangepast aan het Schotse leven. Alles kan, maar beetje bij beetje, geen regels en geen haast. Dus veel aan de boot geklust, opgeruimd en schoongemaakt. Boodschapjes, beetje koken, wandelen, lezen, e-mailen, over de zee turen en natuurlijk de kaarten en almanaks bestuderen voor het vervolg.

In de haven gebeurt niet heel veel. Op een avond zat een Zweedse Bavaria vast in de aanloop naar de haven. Ze kwamen van Noorwegen, dus kennelijk was het lastig timen hier rond hoogwater binnen te lopen. Na zo’n 3 uur kwam ie los, maar het was er onrustig en dus niet leuk. Later ben ik aan boord geweest bij Nederlanders die met een Pionier (Van der Stadt ontwerp) uit 1965 varen. Ze kwamen terug van de westkust en door het Caledonisch kanaal. Ze hadden daar twee seizoenen rondgevaren, maar erg veel slecht weer gehad. En dan is het in zo’n bootje, waarin je eigenlijk kampeert en je tas niet uitpakt, wel afzien. Maar wel stoer! Om mij heen gaan dit weekend vaste liggers voor een dagje of een paar uur de zee op. Niet echt spannend.
Wilde Zwaan in ruste
















Daarnaast met de huurauto wat tochtjes gemaakt. Begin de weg hier aardig te kennen en links rijden is al vanzelfsprekend. Zo ging ik via Cullen, een dorp verderop met een mooi viaduct, naar Spey Bay, waar aan de mondig van de Spey het Dolfijnen Centrum is gevestigd. Geen dolfijnen gezien – ze zijn tegen dolfinaria, dus je moet ze in het wild spotten – maar wel een visarend! Tijdens een excursie door het natuurgebied begrepen dat ze met herkenbare problemen kampen: sommige planten en dieren wil je liever niet, maar hoe krijg je ze weg?
Visarend in brons
En omdat ik in Schotland ben, toch nog maar een whisky destilleerderij bezocht. Op aanraden van Bertie, de havenmeester, een klein, oud bedrijf hier even het land in: Knock Dhu, waar ze het merk AnCnoc maken. Ik kreeg een privérondleiding van twee uiterst gedreven en vriendelijke mannen. Alles zag er erg oud en zwart uit, maar toch zijn ze trots en aan het innoveren: warmte van het condens proces wordt teruggewonnen, de zware olie is vervangen door propaan, etc. Ze doen alles met de hand en niet computergestuurd en produceren 40.000 liter per week. Ik kreeg een paar kleine flesjes mee, waarvan ik er een heb gedronken. Het blijft nog wennen…. De meest bijzondere, een ‘peaty one’, staat nog te wachten op de liefhebber.

Knock Dhu
En misschien komt die wel morgen aan boord? Want ik breng dan de auto terug naar Aberdeen Airport en kom dan samen met Wil en Jan L. met de bus terug naar Whitehills. De bedoeling is maandag naar Wick in het uiterste noorden van het vasteland te varen, maar het weer is zeer onstabiel en de weerberichten veranderen met het uur. Dus wie weet….